Trauma

Annemieke: Onder vrijwel alle, niet in aanleg aanwezige, problematiek binnen de psychotherapie ligt (onverwerkt) trauma ten grondslag.

Als ik mijn cliënten vraag of ze in hun leven trauma’s hebben meegemaakt, antwoorden de meeste mensen met “nee, niet echt iets traumatisch ofzo…”. Als ik vraag of ze ingrijpende gebeurtenissen hebben meegemaakt, herkennen mensen al vaker een traumatische gebeurtenis of periode in hun leven.

Het woord ‘trauma’ klinkt al snel zwaar. Dit is een term die we gebruiken om de psychologische schade te beschrijven die optreedt na het meemaken van een of meerdere nare of schokkende gebeurtenissen. Daarbij ontwikkelt de één na dezelfde gebeurtenis een trauma en de ander niet. Óf iemand een trauma ontwikkelt, is sterk afhankelijk van de persoon en de situatie.

Over het algemeen bagatelliseren mensen de ingrijpende dingen die ze in hun leven hebben meegemaakt en maken deze kleiner. Dat is begrijpelijk, want trauma gaat vaak gepaard met nare gevoelens zoals angst, machteloosheid, boosheid en verdriet. Om met deze vaak heftige emoties om te kunnen gaan, is het een logisch gevolg dat ze kleiner worden gemaakt of soms zelfs gedeeltelijk of helemaal worden verdrongen. Om een voorbeeld te geven: er kwam een man in mijn praktijk van rond de 50, met de klacht dat hij steeds slechter kon zien. Er was door de neuroloog en oogarts uitgebreid onderzoek gedaan, maar er was niets verontrustends gevonden. De huisarts zond hem toen door naar een therapeut. Op mijn vraag of hij ingrijpende gebeurtenissen had meegemaakt antwoordde hij: “Niet dat ik weet, ik heb een strenge maar goede jeugd gehad en heb een goede relatie”. Om een lang verhaal kort te maken: gaande de therapie werd duidelijk dat hij een verleden met extreem veel verbaal en fysiek geweld had meegemaakt waarvan hij zich in eerste instantie helemaal niets meer kon herinneren. Zelfs de opgelopen fysieke littekens had de hij nooit in verband gebracht met deze trauma’s.

De ingang naar de herinneringen aan deze trauma’s kwam toen mijn client de vraag gesteld werd ‘wat hij letterlijk niet kon ZIEN’. Zijn lichaam gaf al eerder aan wat hij mentaal nog niet had kunnen verwerken en kon voelen. Er volgde nog een lange weg naar de verwerking van deze gebeurtenissen, maar uiteindelijk leerde hij om hiermee om te gaan. De problemen met ‘zien’ verdwenen al aan het begin van de behandeling.